Botanische tuinen zijn prachtig om te zien. Er zijn dan ook mensen die hun tuin omtoveren tot een botanische tuin om bezoekers te ontvangen die mogen genieten van alle mooie bloemen en planten. Ook worden botanische tuinen soms voor een educatief en wetenschappelijk doel aangelegd om zo exotische planten te kunnen bestuderen.
Wanneer jezelf besluit om een botanische tuin te creëren zal het waarschijnlijk niet perse om een van de bovenstaande redenen zijn. Je wilt zelf kunnen genieten van een bijzondere verzameling aan planten en dit eventueel delen met familie en vrienden. Met deze tips weet jij straks precies hoe je een botanische tuin aanlegt.
Tip 1: Bedenk welke zones je wil creëren
Wanneer je een botanische tuin wilt aanleggen, is het handig om te weten welke kenmerken een botanische tuin heeft. Een van de belangrijkste kenmerken is dat een botanische tuin vaak is opgedeeld in verschillende zones. In elke zone wordt als het ware een landschap nagebootst. Ga voor jezelf na hoeveel zones je wilt creëren. Heb je een grote tuin dan kun je je tuin makkelijk opdelen in 4 of 5 zones. Is je tuin wat kleiner dan zijn 2 of misschien 3 zones ook al mooi. Is je tuin ook te klein voor 2 zones? Ga dan voor de verticale botanische tuin. Hierbij hang je als het ware planten, grassoorten en bloemen aan de muur. Zo kun je toch zones creëren, maar dan verticaal. Ook met een grote tuin is dit een leuke afwisseling wanneer je een botanische tuin gaat aanleggen. Nadat je de zones hebt gecreëerd kijk je welke landschappen je in de zones wilt gaan verwerken.
Tip 2: Varieer met planten en bloemen
Bij een botanische tuin is variatie belangrijk. Kies daarom voor verschillende planten en bloemen. Het is handig om te gaan voor planten en bloemen uit een Nederlands klimaat. Tropische planten bijvoorbeeld zullen het niet altijd goed doen hier in Nederland of aardig wat onderhoud vereisen. Dat is geen probleem natuurlijk, maar wil je liever wat minder werk aan de tuin hebben, dan is zijn inheemse planten en bloemen het meest geschikt. Bedenk ook waar wat in je tuin komen te staan. Er zijn planten die minder zonlicht nodig hebben, dus die kunnen in een deel van je tuin waar meer schaduw is. Andersom geldt natuurlijk voor bloemen en planten waar veel zonlicht vereist is, plaats die in het zonnige gedeelte van de tuin.
Wil je meer weten over tuinaanleg? Download nu de PDF!
"*" geeft vereiste velden aan
Tip 3: Ga voor gras
Naast planten en bloemen kun je ook gras aanleggen in je tuin. Geen grasmat, maar siergrassen. Er zijn een hoop verschillende soorten siergrassen waar je uit kan kiezen. Je kunt gaan voor Japanse Zegge, Liefdesgras of Pampasgras. Dit is maar een greep uit de vele soorten. Ga vooral opzoek naar wat jouw aanspreekt en mooi lijkt voor in de botanische tuin.
Tip 4: Kies voor kruiden
Het komt vaak voor dat een botanische tuin ook een kruidenzone heeft. Je kunt hierbij denken aan bieslook, tijm, basilicum en vele meer. Zorg dat je de kruiden in de zon plaatst en op een windstille plek. Dicht tegen het huis aan bijvoorbeeld. Heb je een keuken dichtbij je achtertuin leg de kruidenzone dan aan bij de keuken. Zo heb je het tijdens het koken de kruiden snel bij de hand en kun je ondertussen genieten van de heerlijke kruidengeuren.
Iets om rekening mee te houden is dat sommige kruiden in de winter afsterven. Dan lijkt het alsof de plant dood is, maar wacht tot de lente weer begint dan zal de kruiden weer opnieuw groeien.
Tip 5: Leg water aan
Na al die planten, bloemen en grassen zorgt water in je tuin voor een mooie afwisseling. Bij het aanleggen van water denk je misschien al snel aan een vijver, maar er zijn ook andere opties. Heb je een grote tuin dan kun je kiezen voor een fontein, waterval of natuurlijk een vijver. Is je tuin wat aan de kleinere kant, ga dan voor een waterschaal waar vogels uit kunnen drinken, een grote teil of een waterornament.
Tip 6: Zorg voor diversiteit
Een botanische tuin heeft niet alleen maar één soort aan planten, bloemen of gras in de tuin staan. Het is daarom belangrijk dat je zorgt voor diversiteit. Niet alleen met verschillende soorten planten zoals bij tip 2 werd beschreven, maar kies er ook echt voor om tip 3, 4 en 5 in je tuin te verwerken. Zo maak je een botanische tuin compleet.
Tip 7: Bedenk hoeveel onderhoud je wilt
Het is handig om voor jezelf te bedenken hoeveel werk je aan de botanische tuin wilt hebben. Een botanische tuin heeft vergt vaak meer onderhoud dan een ‘normale’ tuin. Ga je voor een minder arbeidsintensieve tuin, kies dan onderhoudsarme planten. Denk aan een Naaldvaren of Hosta. Er zijn ook grassoorten die weinig onderhoud vereisen. Leliegras en Japans bloedgras bijvoorbeeld.
Vind je het niet erg om af en toe lekker in de tuin te werken, dan kun je losgaan met de planten, bloemen en grassen en kiezen wat jij mooi in de tuin vind staan.
Houd deze tips bij de hand dan weet zeker dat je tijdens het aanleggen van de botanische tuin niks vergeet en kun je straks genieten van een prachtige tuin.