Aan hun bescheiden formaat is het niet af te lezen, maar onze bodemdieren dragen de natuur. De talloze beestjes die in de bodem leven, vervullen allemaal een belangrijke rol in de versterking van het ecosysteem.
Heb jij meegedaan aan de Bodemdierendagen?
Stuur ons een foto van jouw bodemonderzoek en maak kans op een wormenhotel ter waarde van €155!
Deze actie loopt tot en met 31 oktober 2023.
"*" geeft vereiste velden aan
De Bodemwattes?
Ruim een kwart van het leven op aarde leeft in de grond. Van de allerkleinste organismen – die je met het blote oog zelfs niet kunt waarnemen – tot aan organismen van groter formaat, zoals (respectievelijk): springstaarten, regenwormen en mollen; allemaal leven ze in de bodem. Dit veelomvattende bodemleven is heel belangrijk voor al het leven op aarde. Als de bodem gezond is, helpt dit bij:
Behoud en zuivering van water
De natuur heeft voldoende water nodig om te kunnen blijven groeien. Als het langere tijd niet of weinig regent, ontstaat er droogte. Door het opslaan en hergebruiken van regenwater kunnen we de kans op droogte verkleinen. Schoon regenwater is hierbij noodzakelijk. Als het regenwater vervuild is, heeft het weinig zin om dit te hergebruiken. Sterker nog, het werkt alleen maar averechts.
De oplossing? Regenwater zuiveren. Dan kunnen we het water zonder problemen hergebruiken. Het zuiveren van regenwater is één ding, maar het vasthouden van het water is minstens zo belangrijk. Daar draagt het bodemleven aan bij. Alle organismen zorgen samen voor een luchtigere bodem, boordevol organisch materiaal. Zo fungeert de bodem als een soort spons; hij neemt veel water op en houdt dat vast voor drogere periodes. Als de bodem het water beter kan opnemen, ontstaat er ook minder wateroverlast op straten en wegen en wordt het riool minder belast tijdens hoosbuien.
Opslaan van koolstof
Koolstof speelt een hele belangrijke rol in de klimaatverandering. De koolstofconcentratie bepaalt het verschil tussen de in- en uitgaande straling in de atmosfeer. Hoe hoger de koolstofconcentratie, hoe meer straling van de zon door de atmosfeer vastgehouden wordt. Hierdoor warmt de aarde op.
Koolstofdioxide, methaan en organische stoffen zijn allemaal vormen van koolstof die voortdurend in verbinding staan met dieren, zuurstof, vocht en – niet geheel onbelangrijk – de bodem. Het grote netwerk van verschillende koolstofcycli is van levensbelang. Dit netwerk stuurt de stroom van energie en voedingsstoffen aan en heeft ook invloed op het klimaat. Wanneer de bodem gezond is, kan deze meer koolstof binden. Zo draagt koolstofopslag bij aan het terugdringen van de opwarming van de aarde. Daarom is het essentieel om te onderzoeken of en in hoeverre wetenschappers op het effect dat koolstof op het klimaat heeft, kunnen inspelen. Zo kan er gemeten worden of de schade zoveel mogelijk ingeperkt kan worden.
Een hoge koolstofopslag kan onder andere worden bereikt door organisch behoud van de bodem. Zo blijft de bodem ook gezond voor planten. Planten bestaan namelijk voor een groot deel uit koolstof. Met koolstof kunnen zij, door middel van fotosynthese, voeding en zuurstof produceren voor zichzelf, mensen en dieren. Voldoende zuurstof is tevens belangrijk voor een goed behoud van de bodem. Houd je tuinbodem dus vooral luchtig en verstoor deze zo min mogelijk.
Zorg voor een gezonde bodem door een speciale techniek toe te passen; start met mulchen! Laat simpelweg de bladaarde op je tuingrond liggen en geef de bodem rust en ruimte om z’n werk te doen. Bladeren opruimen is dus niet nodig en werkt zelfs averechts! Je verwijdert dan immers organisch materiaal, waardoor de plaatselijke bodem koolstof verliest. Echter, koolstof zorgt er juist voor dat je tuinbodem zich beter bindt.
Snijd planten tot vóór de wortel af, zodat de wortel in de aarde blijft staan. Graaf niet en trek of spit geen planten uit de bodem. Zo voorkom je namelijk dat het onderste deel van de kruidlaag, de 10 tot 135 cm hoge vegetatielaag van de plant, beschadigd raakt. Als je niet wil dat de plant zich op dezelfde plek verder verspreidt, kun je – afhankelijk van het type plant – het beste de zaadjes verwijderen. Zout of schoonmaakazijn gemengd met heet water is hier een geschikt middel voor. Veel andere middelen zijn al snel schadelijk. Zorg er bij het verwijderen overigens wel voor dat het middeltje niet in aanraking komt met andere planten. Doe dit bij voorkeur ‘s avonds of ‘s nachts; met daglicht kiemen de meeste zaadjes zich. Plant ook zeker bomen en planten met diepe beworteling. Op deze manier komt de koolstof via de wortels verder onder in de bodem terecht.
Natuurlijke plaagbestrijding
Bepaalde schimmels, bacteriën en ziektes verzwakken de natuur of maken haar zelfs ziek. Deze boosdoeners kunnen op natuurlijke wijze worden bestreden. Door “natuurlijke vijanden” in te zetten, bestrijd je namelijk alleen de plaag, zonder daarbij ander bodemleven, zoals bijvoorbeeld goede insecten – insecten die iets bijdragen aan het bodemleven – aan te tasten. Natuurlijke plaagbestrijding kan zowel curatief als preventief worden ingezet.
Bij curatieve plaagbestrijding neemt de plaag tijdelijk af. Afhankelijk van de methode kan het aantal natuurlijke vijanden ook afnemen, door bestrijdingsmiddelen en een tijdelijk tekort aan voedsel. Wanneer de plaag zelf wél voldoende voedsel heeft, herstelt deze sneller dan de vijand waardoor de plaag zich in korte tijd mogelijk zelfs wel vermenigvuldigt. Zo kan het voorkomen dat de plaag uiteindelijk evenveel of zelfs meer schade aan de bodem veroorzaakt dan zonder bestrijdingsmiddelen. Wanneer we de biodiversiteit alsmaar blijven vergroten, verkleinen we de kans dat een ziekte of plaag de overhand krijgt, vanwege de aanwezigheid van voldoende natuurlijke vijanden.
De bodem zelf kan op twee mogelijke manieren tegen ziektes worden beschermd:
De schimmel of ziekte kan volledig worden afgehouden van de bodem, door gebruik te maken van organische meststoffen. De meststoffen fungeren dan als extra voeding voor de bodem. Na enige tijd ontstaat er een voedseltekort bij de ziekteverwekker. Hierdoor wordt het de indringer moeilijk tot onmogelijk gemaakt om toe te slaan op de bodem.
Bij het toevoegen van organische meststoffen geldt echter een zeer specifieke toediening in vorm en tijd. Zo kan op het verkeerde moment toevoegen van mest aan de bodem de ziekte juist doen verergeren; dat zou natuurlijk zonde zijn.
Met continuteelt
Door continuteelt in te zetten kunnen bepaalde soorten organismen die een bedreiging vormen voor de bodem, worden afgeremd.
Ook bestaan er verschillende soorten plagen, die op hun beurt gewassen kunnen aantasten. In de basis zijn het voornamelijk groepen insecten die de bodem aantasten. Deze groepen bestaan onder meer uit:
– sapzuigende insecten, zoals bladluizen en witte vliegen
– bladetende insecten, zoals rupsen en oorwurmen
– wortel etende insecten, zoals aardrupsen en wortelvliegen
Sapzuigende insecten veroorzaken verzwakking bij planten en misvorming van de bladeren. Zo kan het voorkomen dat de knoppen verkeerd groeien. Ook kunnen deze insecten virussen overdragen, wat ook zeer schadelijk is voor de natuur in het algemeen.
Bladetende insecten kunnen planten gedeeltelijk of in z’n geheel opeten.
De moeilijkst te bestrijden plaag is die van de wortel etende insecten. De schade die door bijvoorbeeld bladluizen en rupsen wordt veroorzaakt, kan in een vroeg stadium nog vrij eenvoudig worden opgemerkt en verholpen. Schade veroorzaakt door bijvoorbeeld aardrupsen en wortelvliegen wordt echter vaak pas geconstateerd wanneer planten omvallen. En aan een omgevallen plant valt helaas niets meer te redden.
Maar wat kun je nu het beste doen om die natuurlijke vijanden naar je tuin te lokken? Hieronder geven we je een aantal praktische tips:
– Plaats nestkasten in je tuin en voorzie deze van voldoende voeding Vervolgens is het wachten tot er jonge vogels op afkomen. De vogeltjes zullen de “slechte” insecten oppeuzelen.
– Verzamel klosjes van takken in je tuin
Of je ze nu netjes bij elkaar bindt of in een hoopje op de grond neerlegt, er zullen geheid egels, spitsmuizen, merels en padden op afkomen en dit zijn nu net de natuurlijke vijanden van slakken. Ook compost of een haag vol met doorns trekt deze leuke diertjes veel aan.
– Teel verschillende soorten kruiden en groenten
Veel verschillende soorten kruiden en groenten bevatten nectar en stuifmeel, waar sluipwespen, gaas-, zweefvliegen en lieveheersbeestjes op afkomen. De eitjes en larven ruimen dan vervolgens rupsen en bladluizen op.
Recyclen van voedingsstoffen
Als rioolwater goed gezuiverd wordt, is er meer kans op het terugwinnen van voedingsstoffen voor planten. Gerecyclede voedingsstoffen uit gezuiverd rioolwater zorgen samen voor 20 procent van de benodigde mest en meststoffen voor een gezonde en vruchtbare bodem. Voldoende vocht in de bodem levert meer begroeiing op. Genoeg begroeiing biedt bescherming tegen uitdroging van de bodem. Dit zorgt er op zijn beurt weer voor dat de bodem goed beschermd wordt tegen zonlicht en wind. Verdamping wordt zo goed op afstand gehouden; in plaats daarvan komt het water in een diepere laag van de bodem terecht.
Verbeter je tuingrond met deze tips:
Bloemen en planten die niet rechtstreeks in de aarde, maar bijvoorbeeld in potten en bakken op je balkon of dakterras staan, dragen wél bij aan het ecosysteem, maar níet aan het bodemleven. Ze staan namelijk niet in directe verbinding met elkaar. Hierin kun je dus nog wat aan tuingrond verbeteren investeren.
Een tuin met borders waarin planten en kruiden volop kunnen groeien, maakt daarentegen veel meer impact. De grotere hoeveelheden water die via al dat groen in de bodem terechtkomen, worden immers veel grondiger en in veel diepere lagen in de bodem opgenomen.
Heb je echter een tegeltuin? Dan kan je nog veel verbeteren aan de gezondheid van je tuinbodem. Haal bijvoorbeeld een deel van de tegels weg en leg er een klein bloemenperkje in aan of laat er wat plantjes groeien. Een wadi of poeltje kan ook al veel verschil maken!
In je tuin leven allerlei verschillende organismen. De hoeveelheid en de mate van diversiteit van die organismen zegt ook heel veel over de kwaliteit van leven in de bodem. De beoordelingen van de verschillende tuinbodems die worden ingestuurd, worden gebundeld om uiteindelijk de bodemdiversiteit te kunnen meten.
Heb jij niet meegedaan aan de Bodemdierendagen, maar ben jij wel benieuwd naar al die verschillende soorten bodemdieren en op welke manier zij bijdragen aan de natuur? Geen nood; gebruik de tips uit dit artikel samen met de zoekkaart bodemdieren en je kunt meteen aan de slag!
Wat is de status van jouw bodem?
Om de status van jouw tuinbodem te achterhalen zijn er vier aspecten van belang om te onderzoeken:
Waterdoorlaatbaarheid
Trekt het water in je tuin snel weg na een hevige regenbui? Of duurt het altijd wel even voordat het oppervlak weer helemaal droog is? Een waterdoorlaatbaarheidstest geeft je inzicht in de tijd die verstrijkt bij het intrekken van (overtollig) water in jouw tuinbodem. En? Laat jouw tuinbodem steken vallen als het gaat om waterdoorlaatbaarheid? Probeer dan eens de mulchtips in dit artikel uit. Deze tips trekken overigens ook natuurlijke plaagbestrijders aan én helpt ze lekker hun gang te gaan op de slechte insecten.
Gezondheid van de tuinbodem
In de aarde zitten schimmels en bacteriën. Zij helpen bij het afbreken en opruimen van planten- en dierenresten en houden de bodem gezond. Helaas bestaan er ook schimmels en bacteriën die van negatieve invloed zijn op de bodem, of te hard groeien. Een goede balans van schimmels en bacteriën is voor de luchtverontreiniging en daarmee de gezondheid van de bodem van belang. Checken of je tuinbodem goed gezond is kun je doen door tuinkers te zaaien. Een slechte balans van schimmels en bacteriën kan de tuinkers ziek maken. De bodem is in dat geval minder gezond, waardoor de tuinkers minder goed groeit.
Soorten bodemdieren
Elk bodemdier leeft en functioneert op zijn best in de voor hem ideale leefomstandigheden. Dat houdt in dat het ene dier beter standhoudt in een droge omgeving terwijl een ander beestje juist behoefte heeft aan meer vocht in de bodem.
Hetzelfde geldt voor voeding; veel, weinig, planten, schimmels, zaadjes, restjes… Elk bodemdier heeft weer een ander dieet. Er is echter maar een klein aantal dieren dat van extremen houdt. Door de vele verschillende bodemdieren te onderzoeken en de aantallen per soort te tellen, krijg je een beeld van in hoeverre jouw bodem in balans is. Heb jij alle kleine diertjes in je tuin nog niet onderzocht of gespot? Gebruik de zoekkaart Bodemdieren om te achterhalen welke bodemdieren zich in jouw tuinbodem bevinden.
Verschillende regenwormen
Deze wormvormige bodemdieren zijn essentieel voor de duurzaamheid en de orde in jouw tuin. Ze maken namelijk gangetjes in de bodem, zodat er vocht, zuurstof en organisch bouwstof voor de bodem bij kan. Zo kunnen jouw planten lekker groeien. En als die planten, maar ook dieren komen te overlijden, ruimen ze de restjes netjes voor je op. Op de hele wereld leven wel 7000 verschillende soorten wormen. In Nederland kennen we er slechts 25. Al die verschillende soorten regenwormen zijn onder te verdelen in drie grote groepen:
Strooisellaagbewoners
Nu je nestkastjes en vogelhuisjes hebt schoongemaakt, zoeken de tuindieren daar graag een schuilplek voor de winter. Maak de huisjes niet open in het najaar, misschien hebben ze al een nieuwe bewoner. De egel maak je blij met een rommelig hoekje in je tuin, met een hoopje bladeren. Insecten en bodemdieren verschuilen zich graag in gevallen bladeren en overwinteren in de holle stengels van uitgebloeide planten. Je helpt deze beestjes niet voor niks. In het voorjaar bestuiven ze je bloemen en zorgen ze voor een gezonde bodem!
Strooisellaagbewoners
Deze soort leeft in de strooisellaag. Dit is het deel van de bodem waarin de blaadjes en naalden die van de bomen zijn gevallen, nog te herkennen zijn. Hierin vinden de verteringsprocessen van organisch materiaal plaats. De strooisellaagbewoner wordt voornamelijk ingezet in een wormenbak, ofwel compostbak. Daarin maakt deze worm compost van GFT. Zo’n zelfde soort bak als het wormenhotel aan het begin van dit artikel!
Bodembewoners
In de bovenste 40 centimeter van de bodem wonen de bodembewoners. Deze architecten bouwen horizontale gangen in de bodem en laten daar hun uitwerpselen in achter. Deze soort is wat korter en dikker van formaat. Ze komen niet boven de grond; om deze worm te ontdekken zul je dus beter je best moeten doen!
Pendelaars
In tegenstelling tot de bodembewoner maken deze wormen verticale gangen in de bodem. Sommige van die gangen maken ze maar liefst drie meter diep. Het zijn de langste wormen; de pendelaar kan wel 30 centimeter lang worden. Ze zijn te herkennen aan hun afgeplatte achterkant, waarmee ze zich vastklampen in hun zelfgemaakte gangen, tijdens hun zoektocht naar eten.
Zelf kun je tellen hoeveel van al die verschillende soorten regenwormen jij in jouw tuinbodem tegenkomt.
Doe nu de tuinbodemcheck en gebruik de vier tips hierboven om de kwaliteit van leven in jouw tuin, op jouw balkon of tussen jouw bloemen en planten te beoordelen! Stuur de beoordelingen van jouw tuinbodemonderzoek samen met de ingevulde zoekkaart naar ons op. Dan maak jij kans op een wormenhotel!
Wat kan jij zelf doen om je tuingrond te verbeteren?
Het allerbelangrijkste is dat we de natuur gewoon haar werk laten doen. Maar we kunnen haar natuurlijk wel een handje helpen… Door bijvoorbeeld juist níét te schoffelen of overbodig te bemesten. Laat de bodem voor wat het is. Hetzelfde geldt voor de bladeren. Gebruik ze als bladaarde: laat de herfstbladeren dus vooral lekker liggen zodat ze als spons kunnen fungeren en al het water kunnen absorberen. Zo voorziet de natuur als het ware vanzelf in nog meer groei. Zorg er ook zeker op tijd voor dat je je planten verpot en dat je al het groen voldoende bewatert.
Genoeg plek, zuurstof en vocht werken als stimulans voor diversiteit in en op de bodem. En diversiteit zorgt op haar beurt weer voor een meer veerkrachtige natuur. Bovendien kunnen alle kleine beestjes op hun beurt ook weer de planten beschermen tegen besmettelijke bacteriën. En als de natuur groeit, dan leeft ze op haar best!
Wat is jouw groenscore? Check het nu!
Wij geven je graag advies over hoe je samen met ons en vele anderen een positieve impact kunt maken op ons veelzijdige bodemleven.