De moderne mens kijkt een groot deel van de dag naar een schermpje; de werkcomputer, je smartphone en ’s avonds de televisie. Maar er is nog een venster dat onze aandacht verdient: het raam! Buiten je raam valt namelijk van alles te beleven. Met een beetje groen in de buurt, heb je een grote kans dat je tuinvogels spot die druk in de weer zijn. Ze fluiten en kwetteren er vrolijk op los, spetteren in een regenplas, fladderen van boom naar struik en rommelen tussen de bladeren voor eten en nestmateriaal. Wat een gezelligheid!
Tuinvogels in Nederland
Er leven honderden verschillende vogelsoorten in Nederland. Sommigen soorten zien we bijna dagelijks en andere zijn juist heel zeldzaam. Zo’n 83 vogelsoorten komen voor in stedelijk gebied; deze soorten noemen we ook wel de tuinvogels. Helaas gaat het de afgelopen jaren niet zo goed met de tuinvogels. Net zoals andere tuindieren en insecten, hebben ze last van de verstening en vergrijzing van de leefomgeving. De totale populatie van deze 83 soorten is tussen 2007 en 2020 met iets meer dan 6% afgenomen.
Waar watervogels zoals eenden en meeuwen het goed doen in stedelijk gebied, hebben de andere soorten het moeilijker. De populatie vogels die voorkomt in bossen en parken neemt met 20% af, vogels die voorkomen in open groen met 10% en vogels die leven in struikgewas met wel 30%. Hoewel de populaties van onder andere de huismus, spreeuw, kauw en Turkse tortel afnemen, zit er een uitblinker tussen: de slechtvalk. Door het plaatsen van nestkasten op hoge gebouwen, maakt de voorheen zeldzame slechtvalk een mooie vlucht naar herstel.
In de nationale tuinvogeltelling van 2022 ziet de top 10 er als volgt uit:
- Huismus
- Koolmees
- Merel
- Pimpelmees
- Vink
- Kauw
- Houtduif
- Ekster
- Turkse tortel
- Roodborst
Maar wat kan jij zelf nou doen om ervoor te zorgen dat de tuinvogels zich thuis voelen in jouw tuin of op jouw balkon?
Wat hebben vogels nodig?
Om te kunnen floreren in jouw buitenruimte, hebben vogels er baat bij als de vijf V’s vertegenwoordigd zijn: voortplanting, voedsel, vocht, variatie en veiligheid. Deze vijf punten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormen samen het ecosysteem van de vogel. Om van jouw buitenruimte een vogelparadijs te maken, kan je het volgende doen:
Voortplanting
Om de populaties van tuinvogels op peil te houden, is het belangrijk dat ze zich kunnen voortplanten. Hiervoor hebben vogels een veilige plek nodig om te nestelen en broeden. Struikgewas en bomen zijn erg belangrijk als broedplek voor vogels. Heb jij geen tuin? Een begroeide gevel met klimop is ook een prima nestlocatie. Er zijn ook tuinvogels, zoals koolmezen en pimpelmezen, die het liefs broeden in holletjes in bomen. Staan er in jouw wijk niet zo veel grote bomen? Dan help je ze een eindje op weg met het ophangen van nestkastjes. Hoe en waar je die nestkastjes op moet hangen leggen we uit in dit artikel. Hang de kastjes op vóór het broedseizoen begint en geef ze buiten het seizoen een winterschoonmaak. Wat is er nou leuker dan kijken naar pimpelmeesjes die hun eerste vlucht oefenen in jouw tuin.
Voedsel
Tuinvogels zoeken hun voedsel op verschillende plekken. Ze eten insecten, wormen, nootjes, zaden en bessen. In een gezonde bodem stikt het van het leven en daar halen de tuinvogels een lekker maaltje uit. Laat in de nazomer vooral je uitgebloeide (zonne)bloemen staan. Je zult zien dat er binnen de kortste keren meesjes op de zaden afkomen. De vogels rommelen ook graag tussen gevallen blad, op zoek naar insecten. Je tuin mag dus best een beetje rommelig zijn!
In de winter wordt het wat lastiger voor de tuinvogels om aan voedsel te komen. Je kan de vogels een handje helpen met een zelfgemaakte pindaketting of een vetbol. Op de website van de vogelbescherming vind je een handig overzicht van wat je wel en niet kan voeren. Struiken met bessen en bomen met vruchten bieden ook een goede voedselbron. Met een variatie aan beplanting, zorg je ervoor dat de tuinvogels het hele jaar door iets te eten hebben.
Vocht
De zomers worden steeds warmer en droger. Je hebt ze vast wel eens gezien op een hete dag: vogels die met de vleugels gespreid en de snavel open in de zon zitten. Dit doen de vogels om af te koelen. Een vijver in jouw tuin zorgt voor verkoeling door verdamping én voor een plek waar vogels kunnen drinken en badderen. Een vogelbadje werkt hier ook goed voor en die kan je gerust een op je balkon zetten. Zorg dat het badje een beetje beschut staat, zodat de vogels er veilig bij kunnen. Met een beetje geluk zie je ze gezellig spetteren op jouw balkon of in je tuin.
Veiligheid
Om goed te kunnen gedijen, heeft een vogel veiligheid nodig. Dat betekent dat een vogel veilig moet kunnen nestelen en broeden, veilig voedsel moet kunnen zoeken én moet kunnen schuilen voor de elementen. Een vogel wordt daarom blij van een rommelige tuin, waar verschillende schuilplekken te vinden zijn. Zo schuilen ze graag in struikgewas, hoge bomen, holtes en tussen takken op de grond. Heb je een balkon? Hang dan een vogelhuisje op. In de winter kunnen vogels daarin schuilen. Houd je balkon ook niet te netjes bij. Leg bijvoorbeeld een bos takken neer, waar vogels en insecten tussen kunnen schuilen. Wanneer je een voerhuisje of nestkasten in je tuin hebt, zorg dan dat katten er niet of moeilijk bij kunnen!
Variatie
Een variatie aan soorten is erg belangrijk voor het ecosysteem waarin de vogel leeft. Een buitenruimte met een variatie aan soorten begroeiing zorgt dat er voldoende voedsel is. In elk seizoen zijn er wel zaden of bessen te vinden, er komen meer insecten en bodemleven op af én er is altijd een goede schuilplek of nestelplek te vinden. Een variatie aan soorten draagt bij aan een gezonde bodem en een gezonde buitenruimte, die minder snel uitdroogt. Zoals je ziet, staat alles met elkaar in verbinding.
Help jij de tuinvogels een handje met bovenstaande tips? Je zult zien dan het een gezellige, kwetterende boel wordt in jouw tuin of op jouw balkon!