“Vogels zijn een goede indicatie van hoe het met onze natuurlijke omgeving gaat”
Timo Roeke is senior adviseur bescherming bij de Vogelbescherming en zet zich dagelijks in voor de belangen van onze gevleugelde vrienden. Wij spraken hem over de noodzaak van biodiversiteitsherstel, waarom vogels iets zeggen over de staat van de natuur én waarom schimmels en paddenstoelen meer aandacht verdienen.
Hallo Timo, kan je kort vertellen wie je bent en wat je doet?
Ik ben Timo en ik werk bij Vogelbescherming Nederland. Dat doe ik, omdat ik eigenlijk van jongs af aan al een passie heb voor onze gevederde vrienden. Ik vind vogels echt geweldig en ze zijn voor mij ook een goede indicatie van hoe het met de natuurlijke omgeving om ons heen gaat.
Kan je dat uitleggen?
Ondanks dat een roodborstje en een heggemus er heel schattig uitzien, zijn het eigenlijk allemaal roofvogels. Zo staan ze niet te boek, het zijn zangvogels, maar het zijn bijna allemaal vogels die dierlijk voedsel eten. Dus wanneer jij veel vogels in je tuin hebt, weet je dat de voedselpiramide goed op orde is; het bodemleven is op orde en er zijn waarschijnlijk voldoende struiken om insecten te waarborgen.
Vogels zeggen heel veel over onze natuurlijke omgeving én ze zijn ook nog eens makkelijk te zien. Andere zoogdieren zoals een das of een vos, die ook deels afhankelijk zijn van dierlijk voedsel, zie je nou eenmaal een stuk minder.
En wat ik bij Vogelbescherming Nederland doe: ik werk bij de afdeling Bescherming, team stad. Een van de dossiers die ik daar heb, is dat ik opkom voor de stadsvogels. Ik praat en schrijf bijvoorbeeld mee aan wetgeving bij ministeries. Daarmee probeer ik echt het verschil te maken op nationaal en wettelijk niveau. We zijn nu bijvoorbeeld bezig met regelgeving, waarmee het vanaf 1 januari 2024 verplicht wordt om in alle nieuwe huizen en gebouwen neststenen te plaatsen. Zo krijgen vogels, vleermuizen en insecten (gebouw bewonende soorten) daar ruimte in. In mijn werk probeer ik dus wel te kijken hoe ik de meeste impact kan maken voor de bescherming van die vogels.
Eigenlijk pikken wij het leefgebied van de vogels in. Maar je ziet ook dat sommige soorten, zoals de slechtvalk, zich goed aanpassen aan een stedelijke omgeving. Hoe kan dat?
Voor veel vogels zijn die gebouwen die wij bouwen een soort kunstmatige rotsen en bergen en zo gebruiken zij die ook. Voor die soorten hebben wij ook een bepaalde verantwoordelijkheid, want die zijn volledig afhankelijk van ons. Neem als voorbeeld de huismus: die is hier ooit gekomen door met de Romeinen mee te reizen vanuit het Zuiden en die is rond onze boerderijen blijven hangen. Die zijn volledig afhankelijk van ons, net zoals de gierzwaluw. Die broeden in onze huizen, in kieren en spleten. Vroeger bouwde iedereen natuur-inclusief. Dat deden we onbewust, maar onze huizen zaten zo vol kieren en gaten dat overal plek was voor vleermuizen, vogels en insecten. Nu zijn we alles zo dicht gaan isoleren dat die plekken aan het verdwijnen zijn en daarmee gaan ook die soorten ten onder.
Het is dus ook onze verantwoordelijkheid dat we als soorten naast elkaar kunnen blijven bestaan?
Ja, en heel veel mensen denken dan wat is het nut? Waarom zou ik moeten zorgen voor zo’n vogel? Nou, je merkt op het moment dat je geen vogels zoals huismussen en zwaluwen meer in je straat hebt, dan neemt ook de overlast van insecten en muggen enorm toe. Die verstoorde natuurlijke balans gaat niet alleen op in natuurgebieden of in het landelijk gebied, maar ook in de stedelijke omgeving. Uit één vijver kunnen miljoenen muggen komen. Op het moment dat daar geen natuurlijke vijanden zijn, heeft iedereen daar last van.
Ik begrijp dat jij groot voorstander bent van het ‘vergroenen’ en ‘ontstenen’ van onze leefomgeving. Waarom denk je dat het zo belangrijk is dat mensen ook gaan vergroenen in hun eigen tuin, balkon of buitenruimte?
Waar ik vaak wel mee oppas, is de term ‘groen’ of ‘vergroenen’, omdat dat een beetje een containerbegrip aan het worden is. Mensen leggen ook nog wel eens kunstgras aan, dat is ook groen, maar niet helemaal de bedoeling natuurlijk. Ik probeer altijd te spreken over herstel van biodiversiteit, omdat dat ook het uiteindelijke doel is van al dat groen dat er dan bijkomt. En ‘groen’ wordt ook vaak gebruikt als Greenwashing, door bedrijven om aan te tonen hoe goed ze wel niet bezig zijn, nou dat hoeft helemaal niet.
Ik werk bij de Vogelbescherming. Ik moet er nog steeds voor knokken, maar ik kan op landelijk niveau een verschil maken. Als jij niet in deze branche zit, is het heel erg moeilijk voor jou om op macroniveau verschil te maken. Maar op microniveau heb jij daar volledig zeggenschap over. Jij kunt zelf bepalen ‘ik eet geen vlees meer’, jij kunt zelf bepalen ‘ik ga vaker op de fiets’, jij kunt zelf bepalen ‘ik ga in mijn tuin de stenen eruit halen en ik ga daar planten inzetten die ecologisch en inheems toegevoegde waarde hebben’. En dan maak je daadwerkelijk het verschil, want je zult merken dat, ook al is bij de buren nog alles steen, in de daaropvolgende jaren heb jij insecten en vlinders in je tuin. Die biodiversiteit is er wel, die heeft alleen een plek nodig om zich te nestelen. En dat kan ook gewoon op een balkon, want vogels en de meeste insecten hebben vleugels en die kunnen daar prima komen.
We moeten dus niet alleen vergroenen, maar echt werken aan biodiversiteitsherstel. Waar kunnen mensen dan nog meer op letten?
Waar we de komende jaren steeds meer van zullen gaan horen, is het herstel van het bodemleven en dan voornamelijk gericht op schimmels. Paddenstoelen zijn eigenlijk de link die communiceert tussen de dierenwereld en de plantenwereld. Heel vroeger bestonden er planten en schimmels. Wij, als mensen, zijn ooit uit die schimmels voortgekomen. Wij zijn eigenlijk de nakomelingen van die paddenstoelen. Schimmels zijn mega belangrijk in de grond. Mensen schoppen paddenstoelen vaak om. Dat is op zich niet erg, als de sporen er maar uitkomen, maar mensen graven ze vaak ook uit. Terwijl, als er paddenstoelen in je tuin groeien, is dat juist ontzettend goed!
Het zijn opruimers, die al die dode bladeren weer omzetten tot nuttige suikers voor bomen en planten. En daar komen dan weer dieren op af. Er zit een heel communicatienetwerk onder de grond. Daar is nog weinig aandacht voor en het is heel belangrijk dat daar wel aandacht voor komt.
Kijktip van Timo: ‘Fantastic Funghi’ op Netflix.
Heb je een mooi voorbeeld waarin een kleine aanpassing in de buitenruimte al tot een opvallend resultaat leidde?
Voor tuinen én de openbare ruimte, gelden een paar dingen: er zijn heel veel mensen die schuttingen plaatsen, in plaats van een heg. Als je dan toch een schutting plaatst, zorg dan dat je er een soort klimplant tegenaan zet en maak een egeldeur in de onderkant. Zo blijft doorloop van biodiversiteit in ieder geval wel nog mogelijk. Anders krijg je van die eilanden die alleen bereikbaar zijn voor vogels. In veel parken in Nederland zie je nu vaak: gras, boom, gras, boom. Struiken zijn bijna volledig uit ons straatbeeld verdwenen, terwijl struiken heel veel bijdragen aan de biodiversiteit.
Op het gebied van bomen zijn gemeenten voornamelijk gericht op platanen. Die dragen echt niks bij aan de biodiversiteit. Voor de rest staan er in de buitenruimte vooral eiken. Gelukkig zijn ze er met de eikenprocessierups wel inmiddels wel achter gekomen dat dat geen verstandige beslissing was. Maar een wilg van zo’n 20 jaar oud bijvoorbeeld, daar kan je zo vierhonderd soorten levende organismen in vinden. Sommige bomen dragen veel meer bij aan de biodiversiteit dan anderen. Zorg dat je juist in die bomen gaat investeren. Wilgen groeien ook nog eens heel erg hard en er komen mooie wilgenkatjes aan. Wilgen zijn dus heel erg nuttig, maar ze worden vaak nog als onkruid gezien omdat ze zo snel groeien.
Dus als jij als burger of als gemeente je biodiversiteitsdoelen wil halen, dan kan je hele makkelijke veranderingen maken door planten en bloemen te gebruiken die hier van oorsprong voorkomen en makkelijk groeien, ook wel inheems genoemd.
Wat zou je willen zeggen tegen mensen die het gevoel hebben dat zij in hun eentje het verschil niet kunnen maken?
Dan kom ik een beetje terug op dat verhaal van net. Je kunt wel degelijk het verschil maken. Op het moment dat jij ook maar een paar vierkante meter hebt, kun jij het verschil maken. Dat is een beetje de boodschap.
Wil je nog iets kwijt aan onze lezers?
Wat denk ik belangrijk is als we het over persoonlijke impact hebben – en als je dan verder kijkt dan je eigen tuin – we zitten echt in een tijdsgeest dat verandering niet alleen noodzakelijk is, maar dat het ook mogelijk is. Waar je in het verleden bijvoorbeeld bij de gemeente aanklopte om te vragen ‘wat doen jullie nu eigenlijk aan biodiversiteit?’ of ‘willen jullie met mij eens naar het park kijken bij mij om de hoek want daar ligt wel heel veel steen?’. Dan merk je nu dat gemeenten best wel bereid zijn om daar samen over na te denken. Ook als je bijvoorbeeld naast een heel groot bedrijf woont, of je fietst eens langs een bedrijventerrein. Die zijn vaak harstikke dood en kaal. Je kan ook gewoon eens bij die bedrijven aankloppen en vragen of je een zwaluwnestkast op het pand mag plaatsen. Dat zorgt voor wat leven in de tent. Zwaluwen zorgen ook niet voor heel veel poep bijvoorbeeld, dat nemen ze mee en droppen ze weer ergens anders, dus qua viezigheid heb je ook bijna geen last.
Ik denk dat je als burger veel meer het initiatief kan pakken om in je omgeving het verschil te maken. Toen ik hiermee begon waren mensen vaak nog sceptisch, maar de tijden zijn echt verandert. Ik denk dat je meer kan doen dan je denkt!
Met een beetje groen in je tuin of op je balkon kun je al een verschil maken. Wil jij weten hoe jouw tuin of balkon scoort op het gebied van biodiversiteit en klimaat?